Re-integratieofficier in de praktijk
5
‘Re-integratieofficier verkleint de kans op terugval van zwaar criminele jongeren’
Judith Kras werkt sinds 2022 als re-integratieofficier (rio) voor de gemeente Zoetermeer. Ze helpt jongeren met een crimineel verleden om terugval te voorkomen: een belangrijk onderdeel van de aanpak van georganiseerde misdaad. Juist voor jongeren uit detentie is weerbaarheid tegen criminaliteit cruciaal. Zoals voor Noah. Hij zat vast voor verschillende zware misdrijven en volgt nu een kappersopleiding in Den Haag. We gingen er langs en spraken met Judith, Noah én zijn coach Roger.
Het is een gemoedelijke maar bedrijvige maandagmiddag bij zorg- en welzijnsorganisatie E25 in Den Haag als Noah (26) uit Zoetermeer komt binnenlopen. Een rustige, vriendelijke jongeman. Je zou niet zeggen dat hij in totaal zo'n zes jaar heeft vastgezeten. Iets waar hij ook niet makkelijk over praat. Vertrouwen en perspectief bieden zijn in het werk van een re-integratieofficier dan ook essentieel, vertelt Judith Kras. “Mijn belangrijkste taak is om samen met de gevangenis, reclassering, hulporganisaties én de jongere zelf tot een werkbaar re-integratieplan te komen. Daarvoor is het nodig begrip voor elkaar te hebben. Dat betekent ook jezelf verplaatsen in de jongere, en proberen in te zien waaróm iemand iets gedaan heeft, zonder dat je dat goed moet keuren.”
Contact begint in de gevangenis
Het contact tussen de rio en daders van zware misdrijven begint al in de gevangenis. Zo ging het ook met Noah. “Mijn eerste taak is dan om alle betrokken partijen op één lijn te krijgen, want dán heeft re-integratie de grootste kans van slagen. De gevangenis heeft bijvoorbeeld een ander belang dan de reclassering. Het is daarbij ook belangrijk te zoeken naar wat jongeren motiveert én onder welke voorwaarden ze willen meewerken. Vaak is bij deze jongeren op verschillende manieren al geprobeerd ze op het ‘rechte pad’ te krijgen.”
Wanneer de jongere gemotiveerd is om te re-integreren, wordt Judith zijn of haar centrale aanspreekpunt. “Als iedereen akkoord is met het re-integratieplan, verschuift mijn uitdaging naar het maken van goede vervolgafspraken. Daarin probeer ik jongeren mee te nemen, door alles zo goed mogelijk uit te leggen. Bijvoorbeeld hoe belangrijk passend werk is. En dat ik ze kan helpen met woonruimte, werk en een ondersteunend netwerk.”
In haar aanpak zoekt Judith ook graag de samenwerking op met de advocaat die jongeren toegewezen krijgen. “Hun taak is om de rechten van hun cliënt te behartigen, maar ook hun belangen. Vooral in dat laatste zit vaak ruimte voor samenwerking. Die ruimte benut ik graag. Als de advocaat bijvoorbeeld instemt met een re-integratieplan, verhoogt dat meestal het commitment bij de jongere. En dát vergroot weer de kans van slagen van het plan.”
Goed netwerk is essentieel
Judith werkte in het verleden voor de reclassering en hield zich binnen de gemeente Zoetermeer eerder bezig met de aanpak van criminele jeugdgroepen. Waardevolle ervaring, vindt ze zelf. Want een goed netwerk is essentieel. De oorzaak dat jongeren in de criminaliteit belanden is immers vaak dat ze juist ‘verkeerde’ netwerken hebben. “Deze jongeren krijgen hun ‘kansen’ uit de verkeerde hoek. Aan mij om daar de goede kansen tegenover te stellen.”
Een van de partijen uit het brede netwerk van Judith is E25. Coach Roger legt uit waar deze organisatie zich mee bezighoudt: “We helpen verschillende doelgroepen – onder wie ex-gedetineerde jongeren – om hun leven weer op te bouwen. Dat doen we door een luisterend oor te bieden en door ze te helpen hun talenten te ontwikkelen.” Ook Roger benadrukt hoe kwetsbaar jongeren zijn die uit detentie komen. “In de criminaliteit zien zij de verlokking van het ‘snelle geld’. Als coach houd ik ze daarom regelmatig een rekensom voor: Als jij salaris zou krijgen voor alle maanden dat je vastzat, hoeveel had je nu dan verdiend?”
Steeds meer rio’s, steeds meer met dezelfde werkwijze
Gemeenten hebben volgens de Wet straffen en beschermen de taak om ex-gedetineerden te ondersteunen bij hun terugkeer in de samenleving. Re-integratieofficieren ondersteunen gemeenten bij die taak. De functie van rio ontstond vanuit een pilot van het ministerie van JenV. In 2019 gingen de eerste rio's aan de slag. Inmiddels zijn in 15 gemeenten rio’s actief en wil JenV dat aantal verder uitbreiden.
Vijf regionale Zorg- en Veiligheidshuizen ondersteunen de rio-aanpak. Hierbinnen delen gemeenten en andere organisaties waardevolle kennis en ervaring over ondersteuning van kwetsbare jongeren. Door deze kennis en ervaring te combineren met wetenschappelijke inzichten - vanuit onder andere het Nederlands Jeugdinstituut – wordt de rio-aanpak verder doorontwikkeld. Doel is dat rio’s steeds meer op dezelfde manier gaan werken en daardoor steeds effectiever worden in het voorkomen van terugval van jongeren in de criminaliteit.
Omslag in detentie
Aan tafel bij E25 zit Noah inmiddels wat meer op zijn gemak. Maar over zijn moeilijke jeugd en criminele verleden - “op zoek naar mijzelf en naar bevestiging” – praat hij nog steeds liever niet. Wel wil hij vertellen hoe hij tijdens zijn vijfde gevangenschap veranderde. “Ik zag hoe andere jongeren dingen bereikten, en ik niet. Ik miste verjaardagen, Kerst, vakanties en andere leuke dingen.” Toen hij Judith ontmoette was hij eerst nog wantrouwend: “In de gevangenis kom je veel hulpverleners tegen. Allemaal denken ze te weten wat goed voor je is. Daar had ik moeite mee.” Roger begrijpt dat wel: “Bij onze eerste ontmoeting zei ik al: ‘Jij gaat mij niet direct vertrouwen. Want jij denkt: wie is die gozer? Dat heeft tijd nodig’. En dat was inderdaad zo.”
Judith en Roger bezochten en belden Noah regelmatig. “Gewoon om te weten hoe het met hem ging en wat hij zou willen als hij vrijkwam”, licht Judith toe. Zo ontstond langzaam een band. De laatste fase van zijn straf mocht Noah deels buiten de gevangenis doorbrengen, onder voorwaarden. Om de enkelband die daarbij hoorde, stond hij niet te springen: “Ik was blij dat ik naar buiten mocht, maar die enkelband wilde ik niet.” Bellen met Roger gaf rust. “Zonder Roger had ik die band er waarschijnlijk afgeknipt,” lacht Noah.
Kappersopleiding
Noah besloot uiteindelijk dat hij een kappersopleiding wilde doen. Hairstyling is een van de activiteiten waar jongeren in de gevangenis al ervaring mee kunnen opdoen. De hoofdbestanddelen van Noahs plan – een opleiding, een coach en een veilig netwerk – vond hij allemaal bij E25. Roger laat de kapsalon zien waar Noah opgeleid wordt, ook zit er een nagelstudio. Andere vestigingen bieden aanvullende opleidingsmogelijkheden, geeft Roger aan. Verderop lopen we langs een gym, chill- en vergaderruimtes en een professionele keuken. Hier leren jongeren koken. De gezonde maaltijden die dat oplevert, kunnen ze tegen kostprijs kopen om thuis op te warmen. Handig wanneer ze moeten wennen aan het drukke leven met een baan of een opleiding.
Na zijn vrijlating was Noah twee dagen per week in de kapsalon te vinden. Intussen is dat één dag per week, want hij werkt ernaast als zzp’er in de logistiek. Het kappersvak trekt hem minder dan hij dacht, al weet hij nog niet helemaal wat hij wel wil. “Ik ben tevreden als mijn werk ‘satisfying’ is en ik genoeg geld verdien om van het leven te kunnen genieten. Ik wil soms uit eten kunnen of mooie kleren kopen.”
“We brengen rust en structuur, door aanspreekpunt te zijn en praktische zaken te regelen.”
Intrinsieke motivatie
Judith gelooft in de rio-aanpak. “Het helpt dat we langere tijd met jongeren optrekken, ook als ze nog vastzitten. Zo ontstaat vertrouwen. Daarnaast brengen we rust en structuur, door een coördinerend aanspreekpunt te zijn en praktische zaken te regelen. Als jongeren alles rond hun re-integratie zelf moeten regelen, gaat dat regelmatig fout.” Judith ziet Noahs intrinsieke motivatie uiteindelijk als belangrijkste reden voor zijn succes. “Die motivatie hebben gedetineerde jongeren niet altijd. Dan wil vooral een familielid heel graag dat iemand meewerkt. Dat is mooi natuurlijk, dat er mensen om iemand heen staan die heel graag verandering willen. Maar uiteindelijk moet zo’n jongere zelf willen.”
“Noah heeft de kansen die hij kreeg echt gepakt”, constateert ze. “Ook probeert hij dingen uit, bijvoorbeeld qua werk. Wat zijn volgende stap ook wordt, hij heeft de potentie om zich een vak eigen te maken. Daarover blijven Roger en ik meedenken. Door ons netwerk kunnen we Noah vaak met de juiste mensen in contact brengen. De vervolgstap fikst hij dan zelf.”
Bewust van consequenties
Noah knikt. “Je moet eerst de nadelen van de criminaliteit gaan voelen voordat je écht wil stoppen. Ik kreeg al eerder hulp aangeboden, maar was niet geïnteresseerd. Best een domme keus. Daardoor zat ik jaren vast. En als ik vrijkwam ging ik los. Als dat fout ging, lachte ik erom. Mijn eergevoel moest aan de kant. Je kunt wel blijven roepen dat iedereen ‘de tering’ kan krijgen, maar dat heeft consequenties.”
Noah zelf vindt het lastig om trots te zijn op zijn re-integratie. “Door mijn verleden weet ik dat ik voorzichtig moet zijn. Ook schaam ik mij voor wat ik heb gedaan. Dat was niet normaal, dat voel ik nu wel. Liever blijf ik daarom met beide benen op de grond.” Roger daarentegen is vol lof: “Ik vertel Noahs verhaal overal. Niet in details natuurlijk, maar wel dat hij zich écht heeft herpakt. Ik ben supertrots op hem!”
Noah aan het werk als kapper.